De taalhandelingen (Speech Acts) van Searle

Taalfilosoof John Searle meent dat taal een bepaald eindig aantal functies kan vervullen in de menselijke communicatie. Hij beschrijft vijf taalhandelingen (hij noemt deze Speech Acts). Elk van deze van elkaar te onderscheiden taalhandelingen vervult een eigen functie, die samen de basis voor de communicatie betekenen. Volgens Searle worden taalhandelingen mogelijk gemaakt door constituerende regels. De vijf taalhandelingen die Searle beschrijft zijn: directieven, expressieven, representatieven, commissieven en declaratieven.

a) Directieven

Directieven zijn die taalhandelingen die de spreker maakt om de de hoorder aan te sporen om een bepaalde actie te ondernemen. Dit kan vaak gebeuren in de vorm van een verzoek van de spreker aan de hoorder. In het voorbeeld uit onze transcriptie lokt de klant door het stellen van een korte vraag toch een hele uitleg van de verkoopster uit.

*KL2: wadis eilek het warmste?
*KL2: jeans of floer?
*VRK: floer zal warmer zijn alé toch warmer aanvuule éh.
*VRK: ‘k denket wel ze.
*VRK: Gelek de dees da valt ook # das gene floer mo das zoe meer wa katoen mo toch wel een bekke floer van uitzicht.
*VRK: das nu zwart mo ‘k heb die in ander kleure oek zene # donkergroen beige.
*VRK: probeer het is éh # daar is de paskamer.

b) Expressieven

Expressieven zijn taalhandelingen waarin de emoties van de gesprekspartners aan bod komen. Het zijn die taalhandelingen die op de spreker zijn psychologische staat of geestelijke houding ten opzichte van/over een stand van zaken wijzen. Ze drukken met andere woorden uit hoe de spreker zich voelt ten aanzien van de situatie. Expressieven vonden we niet terug in onze transcriptie, maar dit hoeft niet verwonderlijk te zijn. Het uitdrukken van emoties hoeft duidelijk niet aan bod te komen in de interactie tussen klant en verkoopster.

c) Representatieven

De spreker in een gesprek wordt geacht niet te liegen. Alleen wanneer sprekers niet liegen in een gesprek kan de hoorder aannemen dat zijn uitingen waar zijn. Vanzelfsprekend is dit in een gesprek tussen verkoopster en klant(en) zeer belangrijk. Beide gesprekspartners moeten kunnen aannemen dat de verkregen informatie juist is om tot een positief afsluiten van de interactie te komen. Zo kan een verkoopster nooit de juiste broek vinden wanneer de klant de verkeerde maat opgeeft. Het is in het voordeel van beide gesprekspartners om eerlijk te zijn in de interactie.

*VRK: hedde gij enig idee van de maat of moet ‘k nog is mete?
*KL1: XXX boak
*VRK: genen dikken boak?
*KL1: achter in de tachtig.
*VRK: achtentachtig ja das zoewn vierenveertig.

d) Commisieven

Commisieven zijn taalhandelingen die de spreker ertoe verplichten een actie te ondernemen in de toekomst. Beloftes maken is een mooi voorbeeld. Dat het ook iets subtieler kan blijkt uit onze transcriptie. De verkoopster verbindt zich ertoe morgen de broek ingekort te hebben, en kan hier dus onmogelijk nog op terugkomen. De verkoopster is persoonlijk verantwoordelijk, en zal er voor moeten zorgen dat het beloofde resultaat er op het afgesproken moment ook daadwerkelijk is.

*VRK: moet ze verkeurt worde?
*KL1: ja.
*VRK: doe efkes u schoene aan dan steekek er een spelleke aan.
*KL2: tis eilek wel een schoewn kleur.
*VRK: ja ’t is een schoon tint.
%COM: verkoopster meet de lengte op
*VRK: ja ne centimeter of twaalf denkik maar das een recht model da doe aant model niks.
*VRK: da hedde wel met die uitlopende pijpe # der ga een stuk af vant uitlope.
*VRK: den tweejentwintigste al # is morgennamiddag goe?
*KL2: ja cava.

e) Declaratieven

Declaratieven veranderen door middel van een uiting meteen de hele stand van zaken. In het voorbeeld uit onze transcriptie valt dit duidelijk op: de verkoopster krijgt plots te horen dat de klant niet alleen is, maar dat haar man nog op komst is. Dit verandert het hele gesprek, en waarschijnlijk ook de verkoopsrealiteit wanneer hij komt opdagen. Dit blijkt ook uit de verdere transcriptie: de man mengt zich in het gesprek en de hele gespreksrealiteit past zich aan aan het feit dat er vanaf dat moment drie actoren hun zegje doen in de interactie.

*VRK: ja en die zit heel zalig soepel en en.
*KLT: ja waar wel wa XXX op zit.
%COM: klant gaat broek passen en komt terug
*KLT: waar blijft mijne man eilek?